Curriculumontwerp: Less is More!
Ik werd de afgelopen maand getriggerd door meerdere berichten die met curriculumontwerp te maken hebben en die allemaal zeggen: Less is More! Eén van die berichten was een tweet-bericht van Erik Meester met daarin de volgende tekst:
“Because learning takes time, it is better to invest teaching time and resources in a smaller number of big questions or problems in depth, rather than in covering every aspect of the curriculum at a surface level of understanding. If we do what has been already suggested – carefully design activities with students’ learning in mind enable students to revisit concepts in different ways, and monitor individual students’ evolving understanding of what they are learning – then we’ll find it is extremely difficult – if not impossible – to cover the entire curriculum with equal effectiveness. Instead, we need to focus on major questions or problems that provide the most pay-off for students, namely those that are significant in the discipline and in the lives and culture of the students and, as previously indicated, those that subsume smaller linked questions or problems.”1
Nog in dezelfde week las ik in het boek How people learn een voor mij vergelijkbare passage:
“Teachers must teach some subject matter in depth, providing many examples in which the same concept is at work and providing a firm foundation of factual knowledge. Superficial coverage of all topics in a subject area must be replaced with in-depth coverage of fewer topics that allows key concepts in that discipline to be understood. The goal of coverage need not be abandoned entirely, of course. But there must be a sufficient number of cases of in- depth study to allow students to grasp the defining concepts in specific domains within a discipline.”2
En vervolgens zag ik via Dominique Sluijsmans op LinkedIn een bericht over de zeven principes van een curriculum zoals Dylan William deze formuleert. Een van die zeven principes heeft te maken met focus: Het curriculum moet vooral aandacht hebben voor de belangrijkste concepten binnen een discipline. Durf daarbij te kiezen is het advies.
Alle drie de passages hebben mij aan het denken gezet: “Wat betekent dit voor de opleiding Sportkunde waar ik werkzaam voor ben?”. Dit heeft geleid tot de volgende adviezen:
- In ons curriculum moeten we keuzes maken om het onderwijs vorm te geven rondom een selectie van grote vraagstukken die relevant zijn voor het beroepenveld waarvoor we studenten opleiden.
- Werk de selectie van grote vraagstukken in diepte uit op basis van een stevige basis van feitelijke kennis.
- Bied zoveel als mogelijk verschillende contexten aan waarin studenten dezelfde soort grote vraagstukken kunnen oefenen.
Maar hoe ziet dit er concreet uit? Ik merk dat ik hierbij wel een beeld heb, maar ook dat opzoek ben naar concrete voorbeelden hoe andere opleidingen hier vorm aan geven!
Dus heel expliciet aan jou de vraag: Hoe geef jij vanuit jouw opleiding vorm aan bovenstaande adviezen? Noteer deze in het reactieveld onder deze blog, op LinkedIn of stuur ze door via info@studiosom.nl, dan zorg ik voor valorisatie middels een vervolg blog!
Literatuurlijst
1. Nuthal (2007).The Hidden Lives of Learners. Wellington, NZ: New Zealand Council for Educational Research.
2. Bransford, J., Brown, A. L., Cocking, R. R., & National Research Council (U.S.) (1999). How people learn: Brain, mind, experience, and school. Washington, D.C: National Academy Press.
Laat een vraag of opmerking achter